Biologie is de studie van het leven. Biologen bestudeerden oorspronkelijk de verschillende vormen en manifestaties van het leven, de voorwaarden en wetten waaronder deze verschijnselen optreden, en de oorzaken waardoor ze zijn bewerkstelligd. Ze introduceerden de leer van het leven. In het verleden was een groot deel van het werk van biologen het categoriseren van alle levensvormen op aarde. Op basis van hun (veronderstelde) relaties met andere soorten kregen ze namen om ze in relatie te brengen met andere soorten. De meeste moderne biologie kan worden omvat met vijf verenigende principes: de celtheorie, de evolutietheorie, genetica, homeostase en energie. De celtheorie legt de nadruk op het doorgeven van erfelijke informatie via DNA. De evolutietheorie verklaart waarom bepaalde soorten vandaag de dag nog steeds in leven zijn en andere niet, door zich te concentreren op natuurlijke selectie. Genetica richt zich op DNA. Homeostase is wanneer levende organismen hun interne omgeving reguleren door middel van meerdere dynamische evenwichtsaanpassingen. En energie verklaart dat er een continue behoefte aan nieuwe energie bestaat en dat sommige soorten energie uit de zon halen, waardoor deze beschikbaar wordt voor de hele volgende voedselketen (of web).