Les 3 van 29
Bezig

Land versus water

De aquatische wereld verschilt van de terrestrische omgeving vanwege fysieke en structurele verschillen. Organismen onder water zien er anders uit dan organismen op het land vanwege de dichtheid van water, zwaartekracht en beweging onder water. Op het land moeten eieren worden beschermd tegen de zwaartekracht, maar onder water zien de eieren eruit als gelei. Larven en zaden kunnen in water enorme afstanden afleggen. In lucht is de zuurstof gelijk verdeeld, maar in water zijn er zuurstofrijke lagen en lagen met nauwelijks zuurstof. Om zuurstof uit het water te halen, werken de longen niet. Dieren die onder water 'ademen', gebruiken kieuwen. Met toenemende diepte nemen zowel de intensiteit van het licht als de hoeveelheid kleuren af.

Planten hebben licht nodig om te leven en om zuurstof te produceren, wat betekent dat planten alleen dicht aan de oppervlakte kunnen leven. De maximale diepte waarop voldoende licht kan doordringen voor een zinvolle fotosynthese is 180 meter. Op landplanten domineren planten het ecosysteem, maar onder water zijn de dieren dominant ten opzichte van de omgeving. Het aantal en de variatie in planten onder water is zeer beperkt in vergelijking met land. De voedselketen onder water kan langer zijn dan de voedselketen op het land, omdat dierlijk plankton wordt gegeten door kleinere vissen, die op hun beurt worden gegeten door grotere vissen.